Als de moeder niet voldoende melk produceert of om andere redenen niet regelmatig borstvoeding kan geven, moet de zuigeling een geschikte aanvullende zuigelingenvoeding krijgen. In dit geval moet u contact opnemen met een vroedvrouw of een kinderarts, vooral als het kind risico loopt om allergieën te ontwikkelen (zie HA-voeding) of als het last heeft van intoleranties. Alle zuigelingenvoedingen die vanaf de geboorte kunnen worden gegeven, zijn geschikt als aanvullende voeding, dat wil zeggen voeding voor de "pre"-fase en fase "1".